Handrie Janssen
Hendrik Hubert Janssen de eerste boswachter van Landgoed de Hamert
Handrie Janssen, de boswachter.
Handrie Janssen, officieel Hendrik Hubert Janssen was een van de meest markante figuren van zijn tijd in deze streek. Hij was de eerste boswachter op het landgoed de Hamert, toen dit werd gekocht door het Limburgs landschap in het begin van de zestiger jaren. Voordien was de Hamert in particulier bezit. In het begin van de vorige eeuw van Arthur Mauritz. In de dertiger jaren van Twentse textielfabrikanten en in de oorlog was het een oefenterrein van het Duitse leger. Eind van de jaren 50, begin van de jaren zestig van de Deutsche Bauernsiedlung en daarna van het Limburgs Landschap. Handrie was voor de Twentse textielfabrikanten boswachter op de Hamert. Hij werd geboren op de Droogstal, in een oud huis dat nu afgebroken is. Dit huis lag aan de rand van het bos. De latere boswachter Hen Hendriks met zijn vrouw Anka bouwden een nieuwe woning naast het oude huis. Wegens verval werd dit huis afgebroken. Een paar oude lindebomen geven nu nog aan waar dit oude huis heeft gestaan. De vader van Handrie was Pet Janssen. Handrie had 2 zussen, Drika en Trui. Toen Handrie boswachter werd kwam hij te wonen in de boswachterswoning op de Hamert, waar nu het pannenkoekenhuis is.
Boswachterswoning van Handrie, nu Pannenkoekenhuis.
Hij trouwde met Anna Herschaft een Duitse vrouw. Ze kregen geen kinderen. Zijn vader heeft ook in de boswachterswoning gewoond. Voordat Handrie boswachter werd heeft hij veel gestroopt. Eens was hij op de vlucht tijdens het stropen en toen hij zich vastliep in struiken met doornen heeft de politie hem aangehouden.
Ook als smokkelaar was hij bekend.
Chris Hagens vertelde dat hij een grote partij smokkelwaar (koffie en schnaps) vond van Handrie. Het lag bij de Dikkenberg, aan het Pikmeeuwenven. Hij heeft het weer terug gegeven aan Handrie. Vaak werd er gesmokkeld in groepen. Ook de familie Driesen, die bij de fam. Hagens in het zelfde huis woonde in het voorste deel met café, stond hierom bekend.
Het waren Hen, Peter, Giel en Nöl.
Huis op de Hamert waar verschillende families in woonden, dit huis stond waar nu de parkeerplaats tegenover het Pannenkoekenhuis is. Dit huis is ca. 40 jaar geleden afgebroken.
In het begin van de dertiger jaren kwam landgoed De Hamert in het bezit van Twentse textielfabrikanten.Deze zochten een boswachter om het gebied te beheren en wie kun je beter daarvoor hebben dan de grootste stroper van de omgeving. Handrie Janssen kende alle listen en trucjes van het stropersgilde en was een soort James Bond als het tot een treffen kwam. Hij gaf de stropers liever een ongenadig pak slaag dan ze naar de rechtbank te sturen, want hij wist toch dat een pak slaag een diepere en meer blijvende afschrikking vormde als een geldboete. Deze werd door de stropers als een soort “premie” gezien. Helemaal volgens de regels van het spel waren de vaak nachtelijke tuchtoefeningen natuurlijk niet, maar geen van de slachtoffers heeft zich ooit openlijk durven beklagen. De handelwijze van Handrie heeft ertoe geleid dat de Hamert op biologisch terrein een rijk gebied bleef, reewild heeft zich tot op de dag van vandaag kunnen handhaven terwijl zeldzame vogelsoorten zoals de korhoen tot in de zestiger jaren op de Hamert te vinden waren. Het korhoen verdween toen er steeds meer mensen op de Hamert gingen wandelen, er was geen rust meer. Handrie kwam praktisch nooit van zijn domein af. De Hamert was zijn wereld, die voor hem groot en mooi genoeg was. Toen hij eens een excursie naar de Zuid-Limburgse bezittingen van Stichting Limburgs Landschap vergezelde, was zijn commentaar “’t kan hier zo mooi zijn als het wil, de Hamert is toch mooier”.Hij stond ver weg van de gewone wereld en haar papieren en formulieren. Dit bleek uit zijn reactie toen Faunabeheer afschotvergunningen had verleend voor een gelijk aantal bokken en reeën: “ze denken zeker dat ze hier een op een lopen!”.
Handrie maakte tijdens de oorlog het drama van de moord op een aantal Nederlanders op de Hamert van dichtbij mee. Hij wist precies aan te wijzen waar sommige kogels in de bomen waren gedrongen. Landgoed de Hamert was in de oorlog oefenterrein van het Duitse leger. Handrie kreeg het in de oorlogstijd, in februari 1945, met een Duitser aan de stok. Hij werd door de Duitser achtervolgd. Hij probeerde Handrie zelfs te doden…. Toen is hij om hieraan te ontkomen, de Maas over geroeid. Daar zou hij nog door de Engelsen gevangen genomen zijn, hij werd niet vertrouwd door de Engelsen. In de loop der jaren heeft hij zich ontwikkeld tot een natuurverzorger bij uitstek, van wie het Limburgs landschap veel plezier heeft gehad.
Strikken zetten om hazen en konijnen te vangen voor eigen gebruik, was een sport waaraan velen deden als je achteraf woonde. Bij de een lukte het beter als bij de ander. Hay van Pinxteren had een stuk grasland bij zijn schuur en daar woonde een haas. Hay had al vaker geprobeerd deze haas te vangen. Maar dat lukte niet. Hay had het daar met zijn schoonvader Kleeven over. Deze probeerde op zij beurt om deze haas te vangen. Dit lukte hem echter ook niet. Tijdens het ploegen van het grasland kwam Handrie naar Hay toe. Handrie zei: “ Hay, jij hebt veel moeite gedaan om de haas te vangen, maar dit is niet gelukt”. En zei hij “die man die in dat huis woont (hij wees naar het huis van vader Kleeven) heeft het ook geprobeerd, maar hem is het ook niet gelukt”. “Hoe weet je dat” vroeg Hay. “Ik heb daar bij het Kanaal gestaan en gezien wat hier te doen was”. Handrie hield dus vanaf het Kanaal de boeren op de Hamert in de gaten en gaf Hay als een soort waarschuwing mee “Morgen is die haas gevangen”. De volgende dag was de haas gevangen. Voor zover bekend hebben de bewoners van de Hamert geen last van Handrie gehad. Het is ook de vraag of Handrie buiten het Landgoed de Hamert enige bevoegdheid had. Handrie was een man van weinig woorden, maar als hij wat zei dan kwam het er meestal grof uit, maar hij had ook een andere kant. Als hij als buurman bij een begrafenis betrokken was, moest het correct volgens de regels en netjes geregeld worden. Handrie is zijn leven lang gezond geweest en heeft weinig of geen contact gehad met een dokter. Anderhalf jaar voor zijn dood werd hij ziek en heeft een operatie ondergaan. Maar nog op het ziekbed bleef hij aanwijzingen geven voor het werk op de Hamert.
Hay trof Handrie tijdens een jacht, hij zat met de handen over het hoofd tegen een paal. “Wat is er” vroeg Hay, “ze hebben mij geopereerd en ik geloof dat ze die oude non er tussen geduwd hebben”.
Toen hij voelde dat het einde naderde zij hij tegen een bestuurslid van de Stichting Limburgs Landschap “Ik heb een verdomd mooi leven gehad en hier zijn tweehonderdvijftig gulden, waarmee ik wil worden ingeschreven als begunstiger van de Stichting. Dat is het laatste wat ik kan doen voor de Hamert”.
Handrie is overleden op 10 april 1967, op 67 jarige leeftijd. Zijn vrouw is op 27 maart 1977 overleden, op 77 jarige leeftijd.
Dit artikel is gebaseerd op een krantenartikel uit het Dagblad voor Noord-Limburg ter gelegenheid van zijn overlijden en persoonlijke herinneringen van Hay van Pinxteren Sr. en de gebroeders Hagens.