St. Catharina Parochie
Van een gehucht tot zelfstandige parochie
Sint Catharina Parochie Wellerlooi
Reeds in de 16e eeuw lag er in het gehucht Wellerlooi een kapel gewijd aan Sint Catharina. In deze kapel werd elke zondag een H. Mis gelezen door de kapelaan van Well. Op 19 april 1877 kwam er een eigen kapelbestuur onder voorzitterschap van de kapelaan van Well. Men bouwde een huis bij de kapel en de rustende pastoor van Belfeld, P. Cruysen vestigde zich op 26 september 1877 bij de kapel. Hij stierf in mei 1879.
In 1881 werd door de bisschop van Roermond Mgr. Paredis, een rijkstraktement van Fl. 300 toegekend voor de eerste officiële rector, Frans van der Piepen. Ofschoon maar rector, kreeg hij recht van trouwen en begraven en de titel van pastoor.
In 1890 stonden er in ’t gehucht Wellerlooi 60 woningen met ongeveer 350 inwoners.
Plannen voor een eigen kerk
Als argumenten stond er in de brief beschreven;
• Dat er uit eigen middelen al een priesterwoning was gebouwd.
• Dat ze minstens 3 tot 5 kwartier moesten lopen naar de kerk van Well.
• Oude en zwakke mensen konden bij slecht weer soms maanden niet naar de kerk.
• Uit eigen middelen kon aan de priester minstens 100 gulden worden toegezegd om te kunnen bestaan.
Op 14 oktober 1880 stuurt mgr. Paredis dit verzoek door naar de Minister van Financiën te ’s Gravenhage, met als toevoeging dat de inwoners aldaar met alle grond dit verzoek gedaan hebben. Hij verklaart zich bereid om zo spoedig mogelijk aan hun zeer belangrijk verlangen te voldoen. Zonder landstraktement als bijdrage kon een priester geen bestaan hebben.
Kapelaan Bernard Jansen was de stuwende kracht en regelende persoon bij de plannen voor een nieuwe kerk. Hij heeft hierover ook geregeld geschreven in de ‘Geschiedkundige notitiën’ van het kerkarchief. Hij liet waardevolle en gedetailleerde beschrijvingen na, ook over ‘het leven van alle dag’ uit die tijd. Hij maakte ook een tekening van de oude kapel van de H. Catharina aan de Rijksweg, voordat deze in de lente van 1889 werd afgebroken.
Bernard Jansen werd geheel onverwacht op 7 juli 1886 benoemd tot rector van Wellerlooi. Hij was geboren in Horst en in 1843 tot priester gewijd. In 1894 benoemd tot pastoor te Melick, waar hij reeds op 28 oktober 1895 overleed.
Hij schreef:
Intussen werd er bij de gemeente Bergen 1500 en bij de provincie Limburg 1000 gulden subsidie toegezegd om een kerk te bouwen. Architect Kayser werd gevraagd om een plan te ontwerpen voor een nieuwe kerk, naar het voorbeeld van de St Jozefkapel op de Smakt. In de winter van 1886- 1887 werd er klei uitgevaren en in ’t vroegjaar werd er geticheld. De zongedroogde stenen werden gebruikt voor de binnenmuren.
De ligging van de eerste kerk aan de Rijksweg
De aanleg van de Rijksweg kwam klaar in 1847.
Uit aantekeningen van kapelaan Bernard Janssen:
Architect Kayser stond erop, dat het kerkje gebouwd werd met het front naar de nieuwe Rijksweg. De openbare doorgaande weg liep eertijds aan de oostkant van de middeleeuwse Catharinakapel.
Eerste parochiekerk van Wellerlooi gebouwd in 1888, (inzet foto het interieur)
De plaats van de eerste kerk is nu nog goed te zien, omdat na de oorlog op de fundamenten van deze kerk, de noodkerk gebouwd werd. Daarna werd het; confectieatellier Macintosh en nu is Keijsers T.E.F. Nederland hierin gevestigd.
Bij gelegenheid van de 25e jaarwijding van deze eerste kerk werd er een gedachteniskapel gebouwd gewijd aan St. Antonius van Padua. Deze werd gewijd op 24 juni 1917. De Antoniuskapel werd ontworpen door de zoon van de architect van de eerste kerk; Jules Kayser.
De ligging van de oude kapel, ( vermoedelijk uit de 16e eeuw, de kapel wordt voor het eerst genoemd in 1550).
De Antoniuskapel, hierboven beschreven, kwam te staan op de plaats waar het altaar stond van de middeleeuwse Catharinakapel. Het altaar staat altijd naar het oosten gericht, dus zo kunnen we ons voorstellen waar deze kapel stond.
De kerkwijding
Op vrijdag 24 juni 1892, wijdde mgr. Fransiscus Boermans de Sint Catharinakerk. Hij kwam met de trein uit Roermond, hij werd in Venray afgehaald door de deken van Gennep en andere geestelijken.
Zelfstandige parochie Wellerlooi
Op 29 januari 1895 werd Clemens August Otten als pastoor geïnstalleerd. Hij was hier reeds rector vanaf 15 september 1894.
Hij werd daarna kapelaan in Wanssum. Op 4 oktober werd hij rector te Merselo, waar hij de kerk bouwde. Op 29 januari 1895 werd hij als eerst pastoor geïnstalleerd. Na 3 jaar hier in Wellerlooi pastoor te zijn geweest, werd hij 22 juni 1897 pastoor in Wanssum en in 1910 te Lottum, waar hij 30 maart 1919 overleed.
De verpachting van zitplaatsen in de kerk, werd ingesteld in 1907. Het was bedoeld als extra inkomsten voor de kerk. Het was steeds half december wanneer de plaatsen verpacht werden.
Catharinakermis
Omdat Wellerlooi de H. Catharina als patroonheilige heeft wordt haar feestdag op 25 november gevierd. In de kerk notulen staat vermeld dat op 25 november 1908, de fanfare vóór en na de mis een feestelijk nummer speelde, tot verhoging van de plechtigheid.
Vroeger was dit de winterkermis van Wellerlooi.
4. Pastoor Willem Jan Jozef Wierts
Hij was eerst kapelaan in Broekhuizenvorst tot 1894. In Grubbenvorst was hij tot 1898 en tot 1908 was hij rector in Oostrum.
Op 19 oktober 1908 werd hij pastoor van Wellerlooi. Op 7 mei 1919 werd pastoor Wierts overgeplaatst naar Lottum. Met weemoed verliet hij zijn parochie en kerk. Op 29 november 1923 overleed hij in Lottum. Hij was een bekend musicus.
Hij werd in mei 1919 benoemd tot pastoor van Wellerlooi, daarvoor was hij 19 jaar rector van de zusters franciscanessen in Heythuizen. Op 1 oktober 1921 krijgt hij eervol ontslag vanwege een zwakke gezondheid. Hij wordt rector en vanaf 1 april 1922 rustend in het St. Josephklooster te Steyl. In 1934 vertrekt hij naar Maria Roepaan te Ottersum. Hij stierf op 18 augustus 1951 in het St. Josephgesticht te Venray en werd begraven op het kerkhof van Maria Roepaan te Ottersum.
Terwijl in de stad Christophorus viel, ben ik door Joosten geïnstalleerd.
202 | 309 | 861 | |
C - 100 | I - 1 | D - 500 | L - 50 |
I - 1 | V - 5 | I - 1 | U - 5 |
I - 1 | I - 1 | I - 1 | U - 5 |
C -100 | C -100 | L - 50 | M - 1000 |
202 | 309 | 861 | 1921 |
7. Pastoor Christianus G.G. Jonkers
Tot pastoor van Wellerlooi werd hij benoemd in september 1945 en op 4 november geïnstalleerd. Hij kreeg meteen de zware klus om de kerk weer op te bouwen, zo direct na de oorlog. Op St. Nicolaasdag, 5 december 1944, werd de mooie St. Catharinakerk van Wellerlooi, met 34 granaten door de Engelsen, vanuit Blitterswijck beschoten en verwoest.
De noodkerk kwam eerst in de school. In maart 1946 werd de noodkerk ingericht in de zaal van H. Mulders.
Het kerkbestuur keurde het plan goed om op de fundamenten van de kerk een noodkerk te bouwen. Op 29 maart 1947 werd de noodkerk in gebruik genomen.
Het kerkbestuur o.l.v. pastoor Jonkers, ging plannen maken om een nieuwe kerk te bouwen. In november 1951 wordt architect Weegels uit Weert aangezocht om een plan te maken voor een ruime maar sobere kerk. De kerk is berekend op een groeiend aantal parochianen. Door het hoge geboortecijfer uit Tuindorp heeft de parochie in 1953 het aantal van 1000 parochianen overschreden. Op zaterdagavond 19 december 1953 werd de nieuwe kerk in de stromende regen ingezegend door deken Janssen uit Gennep. In 1959 vertrekt pastoor Jonkers naar Leunen.
Hij begon als kapelaan in Well en in 1942 werd hij rector van Maria Roepaan in Ottersum. In september 1945 werd hij rector van Mariënthal in Venlo. Vanaf 1949 was hij rector van Venray- Heide.
Een toren bij de kerk en de klokken
De eerste taak van pastoor Wismans was het bouwen van een toren aan de nieuwe kerk. De kosten bedroegen Fl. 32.500,00Op 8 april 1962 werden drie nieuwe klokken gewijd. Deze werden aan stellages gehangen, zodat de mensen ze goed konden bekijken en met een houten hamer werd het geluid beproefd. De kerk heeft nu vier klokken. De klok uit de oude kerk, die na de oorlog omgesmolten werd, hangt in het kleine torentje en is een B- klok, als opschrift kreeg ze; St. Catharina, A.D. 1957, ‘t gewicht is 353 kg.. Er hangen drie nieuwe klokken in de nieuwe toren, de grootste klok weegt 1200 kg., kreeg de naam; St. Jan de Doper en werd geschonken door de parochianen. Dit is een E- klok.
De tweede klok weegt 700 kg., geschonken door de familie Göbbels- Seuren en kreeg de naam Maria. Dit is een G- klok.
De derde klok weegt ongeveer 500 kg., geschonken door het echtpaar E. Hermans- Janssen en kreeg de naam St. Jozef. Dit is een A- klok. Samen vormen de klokken een vierklank van mi- sol- la- si (4- 3- 2- 1 ).
Om half 8 het morgen luiden, tijd om naar de mis te gaan, ’s middags om 12 uur voor het angelus, om half 7 het avond luiden, tijd om naar huis te gaan. Vaste tijden toen nog niet iedereen een horloge had.
Om 11 uur in de morgen wordt de klok geluid als er iemand gestorven is.
De klokken spreken hun eigen taal bij vreugde en verdriet. Voor een huwelijksmis of een begrafenis.
De ‘Sterre der Zee’
Op zondagavond 3 oktober 1954 kwam het beeld van de Sterre der Zee, het beeld van Maria en ’t kind Jezus dat in Maastricht in de O.L.V. Basiliek staat, in processie naar Wellerlooi. Het trok in 1954 onder begeleiding van de bisschop van Roermond mgr. Lemmens, langs alle parochies van heel Limburg. De Catharinastraat en de kerk werd prachtig versierd met bloemen uit eigen tuin, vooral dahlia’s. Onder aan de ‘kerkeberg’ stond een ereboog opgesteld, waarna er een bloemenloper tot aan de kerk lag.
Het beeld 'Sterre der Zee'
Er was een feestelijke ontvangst met de Fanfare en veel parochianen waren aanwezig. De Sterre der Zee, stond in een mooie versiering op het altaar en werd dag en nacht aanbeden. Voor ieder half uur werden twee gezinnen uitgenodigd om te komen bidden. Op maandagavond vertrok de Sterre der Zee naar Well.
Eind 1969 zijn er pogingen gedaan om geregeld jongerenmissen in de kerk te houden. Met pater Noten van de Hamert werden er verschillende jeugdmissen gehouden, met teksten en muziek die de jeugd aansprak. Voor pastoor Wismans was dit een stap te ver, hij veranderde zoveel aan een dienst en wilde zelf de leiding hebben. De jongeren konden zich hierin niet vinden. Er kwam een stuk in de krant en er werd over vergaderd, er werd gezegd; ‘Pastoor ga met uw tijd mee’. De jongeren diensten zijn niet van de grond gekomen.
Op 5 maart 1977 werd hij pastoor van Wellerlooi. Hij was zeer geliefd en had een warme belangstelling voor zijn parochianen en voor de verenigingen. Tijdens het opdragen van de hoogmis op Allerheiligen, 1 november 1981, werd hij onwel en stierf in de sacristie van de St. Catharinakerk. Hij ligt begraven op het kerkhof van Wellerlooi.
Het was de eerste grote opknapbeurt van het 26 jaar oude orgel, dat geheel gesloopt en hersteld werd. Geheel onverwacht heeft pastoor van den Eeden ontheffing van zijn functie aangevraagd bij de bisschop van Roermond. Hij vond dat hij voor de jeugd geen inspiratie kon zijn vanwege zijn leeftijd en om gezondheidsredenen. Op 31 maart 1984 nam hij afscheid van Wellerlooi en vertrok naar het Noord Brabantse Oijen.
Pastoor Willem van de Eeden
Hierna werd hij 1 jaar kapelaan in Beegden, daarna vanaf 1948 was hij 7 jaar kapelaan in Velden. Vervolgens 15 jaar kapelaan in de H. Hart parochie te Roermond van 1955 tot 1970.
Van 1970 tot 1973 werd hij pastoor van Horst- America, waarna pastoor in Blerick tot 1978. Hierna deken in Helden tot april 1984.
Op zaterdag 7 april 1984 werd hij geïnstalleerd als de nieuwe pastoor van Wellerlooi. De kerk veranderd, krijgt minder belangstelling, het kerkbezoek daalt. De eerste vrouw in het kerkbestuur op 1 juli 1986. Meisjes worden misdienaar en er komen vrouwelijke lectrices. In 1985 werd de St Antoniuskapel verplaatst van de plaats bij de oude en afgebroken kerk aan de Rijksweg naar een nieuwe plaats bij de nieuwe kerk aan de Catharinastraat. In 1989 werd de St. Annakapel van de Rijksweg verplaatst naar de nieuwe ingang van Wellerlooi, hoek Looierweg.
Wellerlooi bestond in 1994 100 jaar als zelfstandige parochie en was toen ook 100 jaar een zelfstandig dorp. Het kerkplein werd toen prachtig gerenoveerd door de Gemeente Bergen op initiatief van infoclub de Loi.
Pastoor Canjels bleef tot 1996 pastoor van Wellerlooi. Hij werd ouder en stelde; als ik tijdens de processie de monstrans niet meer zelf kan dragen dan wordt het tijd om te vertrekken. In 1996 was het zover....
Deze werd gehouden 10 dagen na Pinksteren. Bij deze processie door het dorp werden er bloemen over de weg gestrooid, er kwamen rustaltaren versierd met vlaggen, verder ‘meien’ (jonge berkenbomen) en bloemen. Op de grond werd een mooi bloemtapijt gelegd en met gekleurd zaagsel werden bijbelse symbolen uitgebeeld. In het rustaltaar kwam het H. Hartbeeld, omgeven door bloemen en kaarsen. Er werd daar gebeden en gezongen en de pastoor gaf de zegen. De parochianen langs de route bouwden uit devotie ook een altaartje met ‘n H. Hartbeeld en bloemen, of zetten kaarsen voor het raam. De processie liep als volgt; voorop de misdienaars met het kruis, daarna de kinderen, de vrouwen, de bruidjes en het zangkoor. De pastoor liep dan met de monstrans onder het baldakijn met flambouwdragers erlangs. Tot slot kwam de fanfare en dan de mannen. Zo trok men, de rozenkrans biddend, afgewisseld met muziek van de fanfare, door de straten van Wellerlooi.
De maandag, de dinsdag en de woensdag voor Hemelvaart, werden processies gehouden voor ‘de vruchten der aarde’, er werd gebeden voor een goede oogst. Eerst was er een mis in de kerk, daarna trok de pastoor met misdienaars, het kerkkoor en met de mensen die er in de kerk waren de rozenkrans biddend langs de velden.
Vanaf begin 1900 trokken de mensen van Wellerlooi ter bedevaart naar het Mariaoord Tienray. Tienray wordt ‘Klein Lourdes’ genoemd, het tafereel uit Lourdes van de H. Maria en Bernadette staat hier uitgebeeld.
Aan de Blitterswijckse kant werd de stoet opgesteld en werd er begonnen met het bidden van de rozenkrans. Bij het voetbalveld van Meerlo was het een stuk vrij lopen, tot vooraan in Tienray. Hier werd de stoet weer opgesteld en de Looise processie trok Tienray binnen, zoals het bij de sacramentsprocessie beschreven staat. In de kerk werd een H. Mis gelezen en er waren ook mensen die nog langs de Kruisweg liepen. Na de mis ging men koffie drinken en de meegebrachte boterhammen werden erbij opgegeten.
Het had iets gezelligs onder elkaar.
Vanaf 1960 gaat Wellerlooi naar Kevelaer ter bedevaart.
In het begin te voet, opstellen bij de tuinbouwloods, maar niet iedereen kon zover lopen. Men ging steeds meer met de fiets of auto, tot vooraan in Kevelaer. Opstellen bij ‘de boerderij’. De scouting was er steeds bij met een grote delegatie en de fanfare is hier onmisbaar bij. De processie trok naar de kerk bij de zusters vooraan in Kevelaer of later naar de kaarsenkapel voor de H. Mis. Daarna werd er naar de ‘Genadekapel’ gegaan om nog wat te bidden, te zingen en de fanfare speelde Marialiederen.
Een week eerder was in Well zijn installatie als pastoor van Well. Hij ging wonen in de pastorie van Well.
Sinds 2018 werd hij ook pastoor van de parochie Oostrum.